Melis van Seijen (1926-2018) boekhandelaar en uitgever

Mijn vader werd geboren op 1 juli 1926 op een woonschip in Harlingen. Zijn moeder, mijn beppe Wietske, was 4 maanden zwanger toen zijn broertje van negen maanden oud stierf aan een longontsteking. Mijn vader werd geboren en werd naar hem, kleine Melis, vernoemd.

Ze verhuisden naar de Saskiadwarsstraat in Leeuwarden en later naar de Accamastraat waar mijn grootouders, Pake Wobbe en beppe Wietske,  de rest van hun leven bleven wonen. Het gezin bestond uit mijn vader als jongste, een oudere broer en twee zussen.  De rode haan kraaide er, zoals mijn vader omschreef, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat.

In het laatste oorlogsjaar voltrok zich een volgend drama in het gezin. Dochter en zus Sjoukje verongelukte bij Barrahuis, nog maar 25 jaar oud. Het busje waarin meerdere mensen zaten werd door een Duitse goederentrein gegrepen. Haar verloofde, een officier uit het Nederlandse leger, werd een dag later neergeschoten en gedood bij Almelo. Ze hebben het niet van elkaar geweten.

Het overlijden van Sjoukje trok een zware wissel op het gezin. Mijn pake Wobbe werd nog zwijgzamer dan hij al was. De heftigheid van het verdriet om hem heen heeft mijn vader zijn leven lang als kind in zich meegedragen zoals hij zelf omschreef.

Ook de oorlog was een ingrijpende gebeurtenis voor mijn vader. In 1942 werd broer Adam  op transport gezet naar een werkkamp in Duitsland en later ging hij als dwangarbeider naar Oostenrijk. Mijn vader werd in 1943, inmiddels 17 jaar oud, tweemaal door de Duitsers opgepakt en meegenomen. Na enkele uren opgesloten te hebben gezeten kon hij weer gaan. Ook in hun straat werden razzia’s gehouden waarbij zijn vader te werk werd gesteld bij de vliegbasis in Leeuwarden. Mijn vader is de laatste jaren van de oorlog ondergedoken geweest bij oom (reade) Auke en tante Trui in Jubbega.

Bij iedere andere oorlog in de wereld woelde de oorlog diep in hem. Hoorde hij ’s nachts auto’s, portieren klappen dan schrok hij vaak wakker. Het is er nooit uit gegaan, nooit verwerkt zoals hij omschreef.

Na de oorlog leerde mijn vader mijn moeder kennen, ze kregen vier kinderen en woonden in de beginjaren van hun huwelijk in de Spoorstraat in Leeuwarden.

Hier begon mijn vader met boekhandel “Het Boeckhuys” en dit ging voor de wind. Hij kocht restanten op van Osinga, Laverman, Brandenburg, honderdduizenden boeken passeerden de revue.

In deze jaren schreef hij zelf ook een gedichtenbundel met zoals hij omschreef, prachtige gedichten. De verkoop vlotte niet zo en op een dag is hij naar Amsterdam gegaan met een koffer vol met zijn bundels. Boekhandel in en boekhandel uit, aan het einde van de dag had hij slechts 2 exemplaren verkocht. Hij had er zo tabak van dat hij de hele koffer met inhoud in de Amstel kieperde

De honderden boeken die hij later uitbracht werden voorzien van zijn voorwoord en achterop stond vaak zijn interpretatie van de inhoud. In de serie van Reis door Friesland in Grootmoeders tijd zat hem duidelijk iets dwars en benoemde hij in het voorwoord een paar relaties die GEEN medewerking hadden verleend met de totstandkoming.

Vele titels staan op zijn naam, de Encyclopedie van Friesland in 1974 was een hoogtepunt, tienduizenden werden verkocht. Ik herinner me de Recreana in Leeuwarden waar ze als warme broodjes over de toonbank gingen. 

In een krantenartikel werd hij de Friese Zwolsman genoemd, ergens anders weer de Kleine Caransa. Zelf had hij een meer bescheiden betiteling bij de hand: ”De incarnatie van Dove Jelle”. Deze Jelle heette Huisenga uit de Gouden Bril op de hoek van de Nieuwstad en de Sint Jacobistraat. Kwamen er klanten in zijn zaak dan kon Jelle ze best op slag de deur uitwerken. “An jou verkoop ik niet!”. Één ding had mijn vader gemeen met deze figuren: hij was altijd in het nieuws. Eergisteren omdat hij een platenzaak had opgericht, gisteren omdat hij hem weer had verkocht. Vandaag omdat hij een drukkerij kocht en morgen dan weer had verkocht.

De verbinding tussen ons waren boeken, ieder bezoekje weer. Hij droomde door de boeken heen naar een andere wereld, in geschreven woorden en afbeeldingen. “De wijsheid van boeken overtreft de vreugde van geld” stuurde hij mij eens op een kaartje. Maar uiteindelijk was het ook belangrijk of er handel in zat. Daar konden we het heel lang over hebben. Mijn liefde voor boeken en de rust die ik er bij vind, komt van mijn vader en daar ben ik hem dankbaar voor. 

Zo ging het door tot op hoge leeftijd. Vlak voor zijn dood, 92 jaar oud, wilde hij nog en boek uitgeven. Het is er helaas niet meer van gekomen. Het lezen van boeken was de laatste jaren van zijn leven een prettig tijdverdrijf, hij las van alles van politiek getinte boeken tot literatuur. Ook was hij geheel op de hoogte van wat er in de wereld om hem heen gebeurde. Hij vond er ook vaak wat van en dacht dan terug aan de rust van het leven in de Saskiadwarsstraat, zijn vader en moeder en de dingen die zijn levensloop zo hadden bepaald.

Mijn vader is op 26 augustus 2018 overleden. Hij woonde sinds een paar jaar in een verzorgingshuis waar hij langzaam de dingen van het leven heeft moeten loslaten. Dit was soms niet gemakkelijk maar door zijn positief ingestelde karakter is hij voor mij ook hier weer, in het laatste stukje van zijn leven een voorbeeld geweest om het leven te nemen zoals het is. 

 

Radiofragment Omrop Fryslan - Yn Memoriam M. A. van Seijen

 

© 2024 De BonteBok Beheer